Ik ben bang!
Ik, bang?
Ja, ik voel me bang!
Dit is een betere verwoording van hoe het is.
Ik voel me bang, doet meer recht aan mij en mijn situatie.
Ik voel me bang en ik ben heel blij dat ik dit voel!
Dit klinkt misschien tegenstrijdig.
Blij zijn, dat ik angst voel.
Me bang voelen, dit kunnen toelaten. Dit er mogen zijn. Is nieuw voor me. Daarom ben ik blij, dat ik het nu kan voelen. Dat ik bang mag zijn. Dat ik hier niet meer voor vlucht, me hier niet meer voor hoeft af te schermen. Ik mag bang zijn.
Ik mag nu voelen, wat ik nooit heb mogen en durven voelen.
Al eerder zijn stukjes angst boven gekomen, maar die blokte ik weg. Dat was eng. Ik was bang voor mijn angst.
Wat ik nu merk, is dat mijn angst er mag zijn. Ik kan mijn angst omhelzen. Ik ben niet meer bang voor mijn angst!
Dit is zo'n grote winst!
De angst, mijn angst mag komen. Ik zal hem in liefde omarmen.
Dat is wat ik als kind gemist heb. Ruimte voor mijn angst. Deze mag er als nog zijn.
Kom maar, toon je angst maar!
Het is logisch en begrijpelijk, Gonnie, dat je bang was, als baby, peuter, kleuter en ook daarna. Je hebt dit overschreeuwd. Uit lijfsbehoud je groot en stoer gehouden. Uit angst voor de gevolgen, mijn angst ingeslikt en opgekropt.
Nu ben ik veilig, in mijn eigen huis.
Nu kan al deze opgekropte angst eruit.
Kom maar, angst, jullie zijn welkom.
Dikke (knuffel),
liefs Gonnie
Ik, bang?
Ja, ik voel me bang!
Dit is een betere verwoording van hoe het is.
Ik voel me bang, doet meer recht aan mij en mijn situatie.
Ik voel me bang en ik ben heel blij dat ik dit voel!
Dit klinkt misschien tegenstrijdig.
Blij zijn, dat ik angst voel.
Me bang voelen, dit kunnen toelaten. Dit er mogen zijn. Is nieuw voor me. Daarom ben ik blij, dat ik het nu kan voelen. Dat ik bang mag zijn. Dat ik hier niet meer voor vlucht, me hier niet meer voor hoeft af te schermen. Ik mag bang zijn.
Ik mag nu voelen, wat ik nooit heb mogen en durven voelen.
Al eerder zijn stukjes angst boven gekomen, maar die blokte ik weg. Dat was eng. Ik was bang voor mijn angst.
Wat ik nu merk, is dat mijn angst er mag zijn. Ik kan mijn angst omhelzen. Ik ben niet meer bang voor mijn angst!
Dit is zo'n grote winst!
De angst, mijn angst mag komen. Ik zal hem in liefde omarmen.
Dat is wat ik als kind gemist heb. Ruimte voor mijn angst. Deze mag er als nog zijn.
Kom maar, toon je angst maar!
Het is logisch en begrijpelijk, Gonnie, dat je bang was, als baby, peuter, kleuter en ook daarna. Je hebt dit overschreeuwd. Uit lijfsbehoud je groot en stoer gehouden. Uit angst voor de gevolgen, mijn angst ingeslikt en opgekropt.
Nu ben ik veilig, in mijn eigen huis.
Nu kan al deze opgekropte angst eruit.
Kom maar, angst, jullie zijn welkom.
Dikke (knuffel),
liefs Gonnie