Ik droomde dat ik ondanks het feit dat ik het zelf niet wilde, toch "opgenomen" werd.
Ik was een kind en werd achtergelaten in een glasachtige kamer, maar buiten die kamer was er niets. In de kamer trouwens ook niet.
Ik werd er achter gelaten want er was geen personeel beschikbaar om me rond te leiden en/of uit te leggen hoe de dingen er werkten.
Het was een groot gebouw, maar er was altijd de illusie dat er niets anders was dan de ruimte waarin ik me bevond, ondanks het feit dat het hele gebouw uit een glasachtig materiaal bestond. Je keek naar buiten en er was niets anders dan buitenlucht. Die ruimte zweefde in het luchtledige leek het
Ik voelde me verschrikkelijk, was bang en eenzaam, boos en verdrietig. Hoe moest ik in de eetzaal komen? Waar was mijn bed? Hoe werkte dit gebouw? Waar waren de andere mensen? Waren die er wel?
De deuren in het gebouw gingen op bepaalde tijd even open en dan kon je er doorheen. Als je wist hoe het systeem werkte kon je je aardig door het gebouw heen manoeuvreren. Ik wist het niet en er was niemand die me iets kon/wilde vertellen of uitleggen.
Ik was 4, 7, 14, 24. Ik gilde en krijste de hele boel bij elkaar.
Ik moest daar mee ophouden, ik moest leren me te beheersen. Ik kreeg daarom een ring om mijn hals daaraan werden koorden vastgemaakt die naar een ring om mijn buik liepen. In eerste instantie zat het heel ruim. Het lag ruim om mijn hals en liep wijd uit naar de ring om mijn buik. Een soort hoepelrok maar dan vanaf mijn nek. Naarmate de tijd verstreek sloot het steeds beter om mijn lijf. Een Balansnet werd het genoemd en was bedoelt om emoties te "reguleren", als ik begon te huilen stopte het huilen vrijwel direkt.
Als ik al iemand tegenkwam dan viel dat "balansnet" als eerste op. De mensen wierpen daar een schuin oog op en half medelijdend, half gegeneerd wendde zij zich dan weer af. Zoiets van "o zij draagt een balansnet, zij moet dus nog leren hoe zij zich gedragen moet, laat ik maar gauw doorlopen"
Af en toe lukte het me om iemand iets te vragen maar dan werd ik als dom beschouwd. Het hele gebouw werkte heel efficiënt en goed georganiseerd, en was gebouwd op logica, dus het was nogal dom van mij om dingen te vragen.
Ik voel me nu precies zoals in die droom. Ik kijk naar buiten en zie niets. Als ik per ongeluk iemand tegen kom en iets wil vragen zien ze als eerste het "balansnet" en dan wenden zij zich af.
Ik zit in een glazen kastje, in het luchtledige, en als ik door een of ander toeval naar buiten kan komen dan weet ik niet hoe ik me gedragen moet.
Ik was een kind en werd achtergelaten in een glasachtige kamer, maar buiten die kamer was er niets. In de kamer trouwens ook niet.
Ik werd er achter gelaten want er was geen personeel beschikbaar om me rond te leiden en/of uit te leggen hoe de dingen er werkten.
Het was een groot gebouw, maar er was altijd de illusie dat er niets anders was dan de ruimte waarin ik me bevond, ondanks het feit dat het hele gebouw uit een glasachtig materiaal bestond. Je keek naar buiten en er was niets anders dan buitenlucht. Die ruimte zweefde in het luchtledige leek het
Ik voelde me verschrikkelijk, was bang en eenzaam, boos en verdrietig. Hoe moest ik in de eetzaal komen? Waar was mijn bed? Hoe werkte dit gebouw? Waar waren de andere mensen? Waren die er wel?
De deuren in het gebouw gingen op bepaalde tijd even open en dan kon je er doorheen. Als je wist hoe het systeem werkte kon je je aardig door het gebouw heen manoeuvreren. Ik wist het niet en er was niemand die me iets kon/wilde vertellen of uitleggen.
Ik was 4, 7, 14, 24. Ik gilde en krijste de hele boel bij elkaar.
Ik moest daar mee ophouden, ik moest leren me te beheersen. Ik kreeg daarom een ring om mijn hals daaraan werden koorden vastgemaakt die naar een ring om mijn buik liepen. In eerste instantie zat het heel ruim. Het lag ruim om mijn hals en liep wijd uit naar de ring om mijn buik. Een soort hoepelrok maar dan vanaf mijn nek. Naarmate de tijd verstreek sloot het steeds beter om mijn lijf. Een Balansnet werd het genoemd en was bedoelt om emoties te "reguleren", als ik begon te huilen stopte het huilen vrijwel direkt.
Als ik al iemand tegenkwam dan viel dat "balansnet" als eerste op. De mensen wierpen daar een schuin oog op en half medelijdend, half gegeneerd wendde zij zich dan weer af. Zoiets van "o zij draagt een balansnet, zij moet dus nog leren hoe zij zich gedragen moet, laat ik maar gauw doorlopen"
Af en toe lukte het me om iemand iets te vragen maar dan werd ik als dom beschouwd. Het hele gebouw werkte heel efficiënt en goed georganiseerd, en was gebouwd op logica, dus het was nogal dom van mij om dingen te vragen.
Ik voel me nu precies zoals in die droom. Ik kijk naar buiten en zie niets. Als ik per ongeluk iemand tegen kom en iets wil vragen zien ze als eerste het "balansnet" en dan wenden zij zich af.
Ik zit in een glazen kastje, in het luchtledige, en als ik door een of ander toeval naar buiten kan komen dan weet ik niet hoe ik me gedragen moet.