J.G.F.M. Hovens - Emotional Scars: Impact of childhood trauma on depressive and anxiety disorders
Datum Donderdag 29 oktober 2015
Tijd 15:00 uur
Faculteit Geneeskunde/LUMC
Locatie Academiegebouw
Rapenburg 67-73
Leiden
Promotor(s): Prof.dr. A.M. van Hemert, Prof.dr. B.W.J.H. Penninx
Het centrale thema in dit onderzoek betreft de invloed van het doormaken van jeugdtrauma (emotionele verwaarlozing/misbruik, fysiek en seksueel misbruik) op het voorkomen en beloop van angst en/of depressieve stoornissen op latere leeftijd. Het onderzoek laat zien dat alle vormen van jeugdtrauma een risicofactor vormen voor het ontwikkelen van angst en/of depressieve stoornissen op volwassen leeftijd; het sterkste verband werd gevonden voor het ontwikkelen van een gecombineerde angst en een depressieve stoornis. Hoe vaker verwaarlozing en misbruik samen voorkwamen, des te sterker was het verband met het ontstaan van angst en/of depressie. Opvallend was dat, in tegenstelling tot jeugdtrauma, negatieve levensgebeurtenissen (overlijden ouders, echtscheiding ouders en uithuisplaatsing) in de kindertijd geen rol speelden.
Uit het onderzoek blijkt verder dat jeugdtrauma een belangrijke voorspeller is van een chronisch en prognostisch ongunstig ziektebeloop. Daarnaast hebben we bij patiënten met een jeugdtrauma in de voorgeschiedenis een aantal risicofactoren geïdentificeerd die een belangrijke rol spelen in het ongunstige ziektebeloop van depressieve en angststoornissen.
Van alle trauma domeinen, bleek overigens emotionele verwaarlozing de belangrijkste voorspeller te zijn. Deze bevinding suggereert dat emotionele verwaarlozing, ook wel beschouwd als het kernelement van een negatieve gezinscontext, de meest cruciale rol speelt in de relatie tussen jeugdtrauma en depressie en angst op latere leeftijd.
Ook hebben we gevonden dat jeugdtrauma een negatieve invloed heeft op het psychosociaal functioneren (zoals werk, inkomen, sociaal netwerk, partner/vrienden) op volwassen leeftijd en het risico verhoogt op blootstelling aan latere negatieve levensgebeurtenissen. Daarnaast was jeugdtrauma geassocieerd met een kwetsbaarder persoonlijkheidsprofiel. Depressieve en angstige patiënten met jeugdtrauma scoren hoger op neuroticisme, openheid, tobben, hopeloosheid en hulpeloosheid en zijn minder extravert, meegaand en consciëntieus, in vergelijking met de niet-getraumatiseerde patiënten.
Dit onderzoek heeft tot nieuwe inzichten geleid in de onderlinge samenhang tussen jeugdtrauma, depressieve en angststoornissen In het proefschrift wordt een (mogelijk oorzakelijk) verklaringsmodel beschreven van “hoe jeugdtrauma leidt tot depressieve en angststoornissen op latere leeftijd”, vanuit een perspectief van psychologische mechanismen.
Expliciete aandacht voor jeugdtrauma moet onderdeel zijn van de diagnostische evaluatie van patiënten met angst en depressieve stoornissen en draagt bij aan de profilering van een prognostisch ongunstiger subgroep. Voor de behandeling van deze subgroep wordt het verbeteren van de emotieregulatie en de hechtingsstijlen, het vergroten van het probleemoplossend vermogen en ‘empowerment’ binnen de veiligheid van een therapeutische relatie aanbevolen. Toegenomen maatschappelijke bewustwording en kennis over de lange termijn gevolgen van jeugdtrauma zullen hopelijk leiden tot vroegtijdige herkenning en gerichte interventies om de ernstige late gevolgen van (emotionele) verwaarlozing/misbruik te beperken.
Samenvatting proefschrift
BRON: Universiteit Leiden
Datum Donderdag 29 oktober 2015
Tijd 15:00 uur
Faculteit Geneeskunde/LUMC
Locatie Academiegebouw
Rapenburg 67-73
Leiden
Promotor(s): Prof.dr. A.M. van Hemert, Prof.dr. B.W.J.H. Penninx
Het centrale thema in dit onderzoek betreft de invloed van het doormaken van jeugdtrauma (emotionele verwaarlozing/misbruik, fysiek en seksueel misbruik) op het voorkomen en beloop van angst en/of depressieve stoornissen op latere leeftijd. Het onderzoek laat zien dat alle vormen van jeugdtrauma een risicofactor vormen voor het ontwikkelen van angst en/of depressieve stoornissen op volwassen leeftijd; het sterkste verband werd gevonden voor het ontwikkelen van een gecombineerde angst en een depressieve stoornis. Hoe vaker verwaarlozing en misbruik samen voorkwamen, des te sterker was het verband met het ontstaan van angst en/of depressie. Opvallend was dat, in tegenstelling tot jeugdtrauma, negatieve levensgebeurtenissen (overlijden ouders, echtscheiding ouders en uithuisplaatsing) in de kindertijd geen rol speelden.
Uit het onderzoek blijkt verder dat jeugdtrauma een belangrijke voorspeller is van een chronisch en prognostisch ongunstig ziektebeloop. Daarnaast hebben we bij patiënten met een jeugdtrauma in de voorgeschiedenis een aantal risicofactoren geïdentificeerd die een belangrijke rol spelen in het ongunstige ziektebeloop van depressieve en angststoornissen.
Van alle trauma domeinen, bleek overigens emotionele verwaarlozing de belangrijkste voorspeller te zijn. Deze bevinding suggereert dat emotionele verwaarlozing, ook wel beschouwd als het kernelement van een negatieve gezinscontext, de meest cruciale rol speelt in de relatie tussen jeugdtrauma en depressie en angst op latere leeftijd.
Ook hebben we gevonden dat jeugdtrauma een negatieve invloed heeft op het psychosociaal functioneren (zoals werk, inkomen, sociaal netwerk, partner/vrienden) op volwassen leeftijd en het risico verhoogt op blootstelling aan latere negatieve levensgebeurtenissen. Daarnaast was jeugdtrauma geassocieerd met een kwetsbaarder persoonlijkheidsprofiel. Depressieve en angstige patiënten met jeugdtrauma scoren hoger op neuroticisme, openheid, tobben, hopeloosheid en hulpeloosheid en zijn minder extravert, meegaand en consciëntieus, in vergelijking met de niet-getraumatiseerde patiënten.
Dit onderzoek heeft tot nieuwe inzichten geleid in de onderlinge samenhang tussen jeugdtrauma, depressieve en angststoornissen In het proefschrift wordt een (mogelijk oorzakelijk) verklaringsmodel beschreven van “hoe jeugdtrauma leidt tot depressieve en angststoornissen op latere leeftijd”, vanuit een perspectief van psychologische mechanismen.
Expliciete aandacht voor jeugdtrauma moet onderdeel zijn van de diagnostische evaluatie van patiënten met angst en depressieve stoornissen en draagt bij aan de profilering van een prognostisch ongunstiger subgroep. Voor de behandeling van deze subgroep wordt het verbeteren van de emotieregulatie en de hechtingsstijlen, het vergroten van het probleemoplossend vermogen en ‘empowerment’ binnen de veiligheid van een therapeutische relatie aanbevolen. Toegenomen maatschappelijke bewustwording en kennis over de lange termijn gevolgen van jeugdtrauma zullen hopelijk leiden tot vroegtijdige herkenning en gerichte interventies om de ernstige late gevolgen van (emotionele) verwaarlozing/misbruik te beperken.
Samenvatting proefschrift
BRON: Universiteit Leiden