Oud-bewoner van Rekkense Inrichtingen zoekt lotgenoten uit jaren 60
REKKEN - Hij heeft ervaringen uit zijn jeugd nooit kunnen verwerken. Snoep werd afgepakt, straf was aan de orde van de dag. Volgens Gert-Jan Jonker werkten er rotzakken bij de Rekkense Inrichtingen. Hij zoekt lotgenoten om mee te praten.
Gert -Jan Jonker (61) zat in de jaren 60 in ‘Rekken’, de instelling voor probleemjongeren. Naar mate hij ouder wordt heeft hij meer last van zijn ervaringen destijds. Nu zoekt hij lotgenoten.De nu in Etten-leur wonende Jonker heeft alleen een paar foto’s uit die tijd in Rekken. Op één daarvan staat hij voor het paviljoen waar hij woonde; paviljoen De Leemkuil. Hij heeft een zak snoep in z’n handen, gekregen van zijn vader en moeder. “Toen ze weg waren, werd die meteen afgepakt. En vooraf was je al bedreigd: als je klaagt tegen je moeder, nou berg je dan maar…”
Nare gebeurtenissen
Er waren leiders met een hart van goud, maar ook een aantal rotzakken, sadisten
Gert-Jan Jonker
Steeds meer dringen de nare gebeurtenissen van toen – zoals hij ze zich herinnert – terug in zijn gedachten. “Ook dit moet een keer naar buiten komen, hoe het er daar aan toe ging. Er waren daar leiders met een hart van goud, zeker. Maar ook een aantal rotzakken, sadisten. Anders kan ik ze niet noemen.” Nu zoekt hij dus lotgenoten. Deels voor de verwerking, maar ook in de hoop dat ze samen een onderzoek kunnen afdwingen. Of in elk geval een openlijk zwart hoofdstuk toe kunnen voegen aan de geschiedschrijving van de instelling. “Wat er bij ons gebeurde loog er ook niet om."
Getraumatiseerd
Één lotgenoot heeft hij al gevonden. Ze hebben zo blijkt – deels – dezelfde ervaringen. Beiden zeggen getraumatiseerd te zijn door wat hen is overkomen. Beiden hebben het over slaag en vernederingen. Deze tweede, die vooralsnog anoniem wil blijven: "Het gebeurde dat je met duim en wijsvinger bij je strot werd gepakt en dat er net zo lang werd geknepen en gedraaid dat je bloedde."
Maar alleen Jonker spreekt óók over seksueel misbruik. De ander zegt dat niet meegemaakt te hebben, maar ook niet van andere jongens gehoord te hebben. Jonker: “Niet zo gek, want je dorst er niet onderling over te praten.” Hij zegt dat hij zelf meerdere keren in zijn kruis is betast. “Ik heb dat daarna altijd verdrongen, maar ik word misselijk als ik er nu aan denk.”
Psychiatrische problemen
In de Rekkense Inrichting waren vooral minderjarigen opgenomen met psychiatrische problemen, moeilijk opvoedbaren en jongeren met een criminele inslag. Jonker beschikt niet over documenten waaruit blijkt waarom hij daar zat. Hij weet niet beter, zegt hij, dan dat hij in Rekken zat vanwege zijn astmatische bronchitis. Het toen in Amsterdam wonende joch zou van de boslucht opknappen. “Zo heeft mijn moeder het verteld.”
Hij heeft er tot eind 1969 gezeten. Diep ongelukkig, zegt hij. “Ik hoorde bij het groepje ‘bp’ – bedplassers. Dan kwamen ze ’s nachts voelen en als je nat was, kreeg je daarna ongenadig op je sodemieter. Het waren er altijd een stuk of twee van de leiding die dat flikten.”
Tikken
Maar niet alleen daarom. Je kon overal tikken voor krijgen, beweert hij. "We moesten ’s morgens altijd netjes twee-aan-twee in de rij staan. Stond je niet goed, dan kreeg je een lel." Jonker vertelt dat er klappen werden uitgedeeld - ook op de school van de Rekkense Inrichtingen – met een lat, een aanwijsstok, een knuppeltje of een Spaans rietje. Daar was niet veel voor nodig, claimt hij. “Ik heb ook wel eens een hele nacht opgesloten gezeten om een Bijbel over te schrijven”. Jonker heeft zijn ouders er nooit zo over verteld. “Maar nu heb ik wel de behoefte om gehoord te worden.”
Wie in contact wil komen met Gert-Jan Jonker kan mailen naar redactie@tctubantia.nl
REKKEN - Hij heeft ervaringen uit zijn jeugd nooit kunnen verwerken. Snoep werd afgepakt, straf was aan de orde van de dag. Volgens Gert-Jan Jonker werkten er rotzakken bij de Rekkense Inrichtingen. Hij zoekt lotgenoten om mee te praten.
Gert -Jan Jonker (61) zat in de jaren 60 in ‘Rekken’, de instelling voor probleemjongeren. Naar mate hij ouder wordt heeft hij meer last van zijn ervaringen destijds. Nu zoekt hij lotgenoten.De nu in Etten-leur wonende Jonker heeft alleen een paar foto’s uit die tijd in Rekken. Op één daarvan staat hij voor het paviljoen waar hij woonde; paviljoen De Leemkuil. Hij heeft een zak snoep in z’n handen, gekregen van zijn vader en moeder. “Toen ze weg waren, werd die meteen afgepakt. En vooraf was je al bedreigd: als je klaagt tegen je moeder, nou berg je dan maar…”
Nare gebeurtenissen
Er waren leiders met een hart van goud, maar ook een aantal rotzakken, sadisten
Gert-Jan Jonker
Steeds meer dringen de nare gebeurtenissen van toen – zoals hij ze zich herinnert – terug in zijn gedachten. “Ook dit moet een keer naar buiten komen, hoe het er daar aan toe ging. Er waren daar leiders met een hart van goud, zeker. Maar ook een aantal rotzakken, sadisten. Anders kan ik ze niet noemen.” Nu zoekt hij dus lotgenoten. Deels voor de verwerking, maar ook in de hoop dat ze samen een onderzoek kunnen afdwingen. Of in elk geval een openlijk zwart hoofdstuk toe kunnen voegen aan de geschiedschrijving van de instelling. “Wat er bij ons gebeurde loog er ook niet om."
Getraumatiseerd
Één lotgenoot heeft hij al gevonden. Ze hebben zo blijkt – deels – dezelfde ervaringen. Beiden zeggen getraumatiseerd te zijn door wat hen is overkomen. Beiden hebben het over slaag en vernederingen. Deze tweede, die vooralsnog anoniem wil blijven: "Het gebeurde dat je met duim en wijsvinger bij je strot werd gepakt en dat er net zo lang werd geknepen en gedraaid dat je bloedde."
Maar alleen Jonker spreekt óók over seksueel misbruik. De ander zegt dat niet meegemaakt te hebben, maar ook niet van andere jongens gehoord te hebben. Jonker: “Niet zo gek, want je dorst er niet onderling over te praten.” Hij zegt dat hij zelf meerdere keren in zijn kruis is betast. “Ik heb dat daarna altijd verdrongen, maar ik word misselijk als ik er nu aan denk.”
Psychiatrische problemen
In de Rekkense Inrichting waren vooral minderjarigen opgenomen met psychiatrische problemen, moeilijk opvoedbaren en jongeren met een criminele inslag. Jonker beschikt niet over documenten waaruit blijkt waarom hij daar zat. Hij weet niet beter, zegt hij, dan dat hij in Rekken zat vanwege zijn astmatische bronchitis. Het toen in Amsterdam wonende joch zou van de boslucht opknappen. “Zo heeft mijn moeder het verteld.”
Hij heeft er tot eind 1969 gezeten. Diep ongelukkig, zegt hij. “Ik hoorde bij het groepje ‘bp’ – bedplassers. Dan kwamen ze ’s nachts voelen en als je nat was, kreeg je daarna ongenadig op je sodemieter. Het waren er altijd een stuk of twee van de leiding die dat flikten.”
Tikken
Maar niet alleen daarom. Je kon overal tikken voor krijgen, beweert hij. "We moesten ’s morgens altijd netjes twee-aan-twee in de rij staan. Stond je niet goed, dan kreeg je een lel." Jonker vertelt dat er klappen werden uitgedeeld - ook op de school van de Rekkense Inrichtingen – met een lat, een aanwijsstok, een knuppeltje of een Spaans rietje. Daar was niet veel voor nodig, claimt hij. “Ik heb ook wel eens een hele nacht opgesloten gezeten om een Bijbel over te schrijven”. Jonker heeft zijn ouders er nooit zo over verteld. “Maar nu heb ik wel de behoefte om gehoord te worden.”
Wie in contact wil komen met Gert-Jan Jonker kan mailen naar redactie@tctubantia.nl