Duivelsgedicht.
God wat had hij het slecht!
De almachtige had een zware taak voor hem weggelegd:
Uitverkorene!
Het was geen eer, het was een dure plicht.
Hij zag mij -in dat uitverkoren licht-,
met bokkenpootjes en horentjes op mijn hoofd.
Hij liet geen middel onbeproefd,
maar wat hem heel erg heeft bedroefd:
Dat ik nog altijd onvervaard,
kwispel met mijn staart.
Trijntje
God wat had hij het slecht!
De almachtige had een zware taak voor hem weggelegd:
Uitverkorene!
Het was geen eer, het was een dure plicht.
Hij zag mij -in dat uitverkoren licht-,
met bokkenpootjes en horentjes op mijn hoofd.
Hij liet geen middel onbeproefd,
maar wat hem heel erg heeft bedroefd:
Dat ik nog altijd onvervaard,
kwispel met mijn staart.
Trijntje