In tien minuten tijd schrijft Paul de Ridder (1957) zijn gruwelijke levensverhaal op in een dagboek voor lotgenoten. Over het seksueel misbruik vanaf zijn zesde jaar door de pleegvader en later pleegbroer Piet in Hoogwoud en over zijn totale instorting in 1998. Zo begint het: ,,Het strelen en betasten van mijn lichaam en die zware okselzweetlucht vergeet ik nooit meer. Op latere, maar toch nog jonge leeftijd heb ik vader vaak met de hand of oraal moeten bevredigen. Dit varieerde van eens per week tot eens per maand. Er was sprake van dwang: ons geheim.''
Paul kwam in een pleeggezin omdat hij in 1957 was geboren uit een minderjarige moeder bij de nonnen in Maastricht. Zijn moeder liep weg uit het klooster. Op tweejarige leeftijd kwam hij in Hoogwoud bij het pleeggezin terecht. De pleegouders hadden zelf geen kinderen.
Het misbruik begon nadat Paul op zesjarige leeftijd in het Sint Antonius ziekenhuis in Utrecht was geopereerd aan een ruisend hart. ,,Het gebeurde meestal op mijn slaapkamer aan bed en later op 'de bouw' waar wij de groenten verbouwden buiten het dorp. Ik was daar veel met vader alleen…''
Pleegvader stopte er mee toen Paul elf was, maar toen nam de drie jaar oudere pleegbroer Piet het over. ,,Hij had een hut gebouwd en wij sliepen samen op een kamer waar hij mij bijna dagelijks dan niet wekelijks in zijn bed riep voor orale bevrediging. Dacht ik van vader af te zijn, nam mijn pleegbroer het over tot mijn dertiende jaar ongeveer. Ik wist niet beter en hield het stil maar ik voelde mij zijn slaafje.''
Op de lagere school bleef Paul veel zitten. ,,Ik ben ook een jaar naar het bijzonder onderwijs gestuurd omdat ik de lessen niet kon bijhouden. De lagere school heb ik niet afgemaakt, de zesde klas heb ik niet doorlopen. Na de vijfde klas ben ik naar het individueel technisch onderwijs gegaan omdat ik te oud was voor de lagere school.''
Op zijn eenentwintigste ontvluchtte Paul het huis in Hoogwoud en kwam er vrijwel niet meer terug. Hij vond in Scheveningen zijn biologische moeder en haar nieuwe man die hem hielp een winkel voor de sportvisserij op te zetten. Later ging hij in bouwmarkten werken.
Hij klom op tot manager, zette driehonderdduizend gulden per week om en had bijna dertig man personeel. Hij was een mannetjesputter. Werken en nog eens werken. Tot het knapte terwijl Paul (toen 45) in zijn nagelnieuwe Honda CRX onderweg was van Gouda naar Den Haag. Zomaar in één keer uit het niets, begon hij hartverscheurend te huilen in zijn auto. Hij had alles, maar hij had ook helemaal niets.
Onder het mom van overspannenheid werd hij weggezet in de WAO, maar zelf wist hij beter. Alles van het seksueel misbruik had hij jaren weggestopt in een kamertje in zijn hoofd dat nu open ging. Alles kwam naar boven. Het bleek een Post Traumatische Stress Stoornis. Nog steeds heeft hij last van angsten. Even doorvragen tijdens het interview over pleegbroer Piet zorgt voor een huilende man aan tafel. De tranen biggelen over de wangen. ,,Als ik daar aan terugdenk, zakt de moed me in de schoenen. Ik zie me zo zitten in het bushokje bij ons huis, waar ik me kennelijk veilig voelde.''
Terugkijken op het seksueel misbruik begon pas echt in 2009 toen zijn huisarts hem doorverwees naar GGZ instelling Psyq in Utrecht waar hij voor het eerst sprak over het seksueel misbruik in zijn jeugd. ,,Alles viel op zijn plek en ik kreeg inzicht in wat er met mij was gebeurd. Eindelijk begreep ik waar de storm van ellende deze afgelopen jaren vandaan kwam.''
Toen in 2012 de commissie Samson rapporteerde over seksueel misbruik in pleeggezinnen en instellingen werd Paul strijdbaar en richtte SKIP op. Hij heeft inmiddels een zaak lopen voor schadevergoeding.
Pleegkinderen die zijn misbruikt, hebben het moeilijker om hun zaak te bewijzen dan misbruikte kinderen in instellingen waar vaak meer getuigen en slachtoffers zijn. Want wie gelooft Paul op zijn groene ogen? ,,Ik was pleegkind en heb alles jaren onderdrukt.'' Pleegzus Geesje gelooft hem wel, want ook die werd misbruikt. Daarmee staan ze samen sterk.
Van z'n pleegmoeder (inmiddels overleden) kreeg hij geen steun. ,,Ik was 25 toen mijn pleegvader overleed, die heb ik er nooit op kunnen aanspreken. Toen ik jaren later mijn pleegmoeder vroeg of die iets in de gaten had, zei ze alleen: 'Ik wist niet dat pap ook homo was. Anders had ik er wel wat aan gedaan'. Al geloof ik van dat laatste eerlijk gezegd niks.''
Tenslotte onderzocht ook de pleegmoeder niet wat er aan de hand was met Paultje terwijl er signalen waren omdat het slecht ging op school en hij op zijn twaalfde nog niet zindelijk was. ,,Niemand onderzocht wat er werkelijk aan de hand was. Een voogd die ik in vertrouwen nam, kwam daarna nooit meer bij ons langs. Misschien was dat wel omdat ze anders in problemen kwamen met opvang voor al die pleegkinderen. Ik heb er in ons gezin wel dertien voorbij zien komen.''
Paul heeft zijn claim ingediend. Een ton schadevergoeding voor een vernield leven zou realistisch zijn, denkt hij. ,,Maar eigenlijk maakt dat me niet uit. De erkenning helpt, je moet er mee leren leven al kom ik van die angsten waarschijnlijk nooit meer af.''
Pleegmoeder heeft nog een pleister op de wonde gedaan bij haar overlijden. Tot zijn verbazing stond hij genoemd in het testament. Dat leverde een aardig centje op dat hielp om een huisje in Doorn te kopen. Een paradijsje waar hij rust vindt in de bossen met zijn vriend en drie teckels. ,,Ik ben nu gelukkiger dan ik ooit ben geweest.''
Nonnen
Paul kwam in een pleeggezin omdat hij in 1957 was geboren uit een minderjarige moeder bij de nonnen in Maastricht. Zijn moeder liep weg uit het klooster. Op tweejarige leeftijd kwam hij in Hoogwoud bij het pleeggezin terecht. De pleegouders hadden zelf geen kinderen.
Het misbruik begon nadat Paul op zesjarige leeftijd in het Sint Antonius ziekenhuis in Utrecht was geopereerd aan een ruisend hart. ,,Het gebeurde meestal op mijn slaapkamer aan bed en later op 'de bouw' waar wij de groenten verbouwden buiten het dorp. Ik was daar veel met vader alleen…''
Dagelijks
Pleegvader stopte er mee toen Paul elf was, maar toen nam de drie jaar oudere pleegbroer Piet het over. ,,Hij had een hut gebouwd en wij sliepen samen op een kamer waar hij mij bijna dagelijks dan niet wekelijks in zijn bed riep voor orale bevrediging. Dacht ik van vader af te zijn, nam mijn pleegbroer het over tot mijn dertiende jaar ongeveer. Ik wist niet beter en hield het stil maar ik voelde mij zijn slaafje.''
Op de lagere school bleef Paul veel zitten. ,,Ik ben ook een jaar naar het bijzonder onderwijs gestuurd omdat ik de lessen niet kon bijhouden. De lagere school heb ik niet afgemaakt, de zesde klas heb ik niet doorlopen. Na de vijfde klas ben ik naar het individueel technisch onderwijs gegaan omdat ik te oud was voor de lagere school.''
Ontvlucht
Op zijn eenentwintigste ontvluchtte Paul het huis in Hoogwoud en kwam er vrijwel niet meer terug. Hij vond in Scheveningen zijn biologische moeder en haar nieuwe man die hem hielp een winkel voor de sportvisserij op te zetten. Later ging hij in bouwmarkten werken.
Hij klom op tot manager, zette driehonderdduizend gulden per week om en had bijna dertig man personeel. Hij was een mannetjesputter. Werken en nog eens werken. Tot het knapte terwijl Paul (toen 45) in zijn nagelnieuwe Honda CRX onderweg was van Gouda naar Den Haag. Zomaar in één keer uit het niets, begon hij hartverscheurend te huilen in zijn auto. Hij had alles, maar hij had ook helemaal niets.
Tranen
Onder het mom van overspannenheid werd hij weggezet in de WAO, maar zelf wist hij beter. Alles van het seksueel misbruik had hij jaren weggestopt in een kamertje in zijn hoofd dat nu open ging. Alles kwam naar boven. Het bleek een Post Traumatische Stress Stoornis. Nog steeds heeft hij last van angsten. Even doorvragen tijdens het interview over pleegbroer Piet zorgt voor een huilende man aan tafel. De tranen biggelen over de wangen. ,,Als ik daar aan terugdenk, zakt de moed me in de schoenen. Ik zie me zo zitten in het bushokje bij ons huis, waar ik me kennelijk veilig voelde.''
Storm
Terugkijken op het seksueel misbruik begon pas echt in 2009 toen zijn huisarts hem doorverwees naar GGZ instelling Psyq in Utrecht waar hij voor het eerst sprak over het seksueel misbruik in zijn jeugd. ,,Alles viel op zijn plek en ik kreeg inzicht in wat er met mij was gebeurd. Eindelijk begreep ik waar de storm van ellende deze afgelopen jaren vandaan kwam.''
Toen in 2012 de commissie Samson rapporteerde over seksueel misbruik in pleeggezinnen en instellingen werd Paul strijdbaar en richtte SKIP op. Hij heeft inmiddels een zaak lopen voor schadevergoeding.
Pleegkinderen die zijn misbruikt, hebben het moeilijker om hun zaak te bewijzen dan misbruikte kinderen in instellingen waar vaak meer getuigen en slachtoffers zijn. Want wie gelooft Paul op zijn groene ogen? ,,Ik was pleegkind en heb alles jaren onderdrukt.'' Pleegzus Geesje gelooft hem wel, want ook die werd misbruikt. Daarmee staan ze samen sterk.
Van z'n pleegmoeder (inmiddels overleden) kreeg hij geen steun. ,,Ik was 25 toen mijn pleegvader overleed, die heb ik er nooit op kunnen aanspreken. Toen ik jaren later mijn pleegmoeder vroeg of die iets in de gaten had, zei ze alleen: 'Ik wist niet dat pap ook homo was. Anders had ik er wel wat aan gedaan'. Al geloof ik van dat laatste eerlijk gezegd niks.''
Tenslotte onderzocht ook de pleegmoeder niet wat er aan de hand was met Paultje terwijl er signalen waren omdat het slecht ging op school en hij op zijn twaalfde nog niet zindelijk was. ,,Niemand onderzocht wat er werkelijk aan de hand was. Een voogd die ik in vertrouwen nam, kwam daarna nooit meer bij ons langs. Misschien was dat wel omdat ze anders in problemen kwamen met opvang voor al die pleegkinderen. Ik heb er in ons gezin wel dertien voorbij zien komen.''
Claim
Paul heeft zijn claim ingediend. Een ton schadevergoeding voor een vernield leven zou realistisch zijn, denkt hij. ,,Maar eigenlijk maakt dat me niet uit. De erkenning helpt, je moet er mee leren leven al kom ik van die angsten waarschijnlijk nooit meer af.''
Pleegmoeder heeft nog een pleister op de wonde gedaan bij haar overlijden. Tot zijn verbazing stond hij genoemd in het testament. Dat leverde een aardig centje op dat hielp om een huisje in Doorn te kopen. Een paradijsje waar hij rust vindt in de bossen met zijn vriend en drie teckels. ,,Ik ben nu gelukkiger dan ik ooit ben geweest.''
U heeft gekozen voor een artikel